
Bloed, zweet en gruis
Het zweet staat op mijn rug, mijn handen en lippen zijn uitgedroogd en als ik de spiegel kijk zie ik een bleek gezicht. En grijze haren. Een dikke mist van stof stuift om me heen. Ik rochel nog maar een keer en voel het gruis tussen mijn kiezen knarsen. Daar helpt geen mondkapje tegen. Het stof zit écht overal.
De oorzaak: we hebben een huis gekocht. Een oud huis. Met een schattige erkertje, houten krakende vloeren en in iedere kamer een rookkanaal. En natuurlijk glas in loodraampjes. Uiteraard met enkel glas. Een huis met karakter. Een echt opknappertje. Andere zouden zeggen: een bouwval.
In vijf weken tijd moet deze oude grande dame, geboren in 1932, met wat lelijke plastische chirurgische ingrepen uit de jaren 70 en 90, een geheel nieuw uiterlijk krijgen. En dat is hard werken.
Dus wordt er gehakt, gebikt en gesloopt. Lijken kwamen niet uit de kast, maar vielen uit het plafond. Muizenlijkjes wel te verstaan. Een container hadden we zo vol. De tweede en derde overigens ook.
“We hebben een huis gekocht. Een echt opknappertje. Andere zouden zeggen: een bouwval.”
Verdwenen verhalen
Maar al het slopen zette me ook aan het denken. Met iedere laag die we afpelden en verwijderden, verdween er ook een verhaal. Een levensgeschiedenis van een gezin dat er heeft gewoond. De kinderen die op het rode tapijt op zolder speelden. De ruzies die zijn gemaakt op de houten vloer in de slaapkamer. Het cakebeslag dat werd gemorst op de granitovloer in de keuken.
Iedere kamer had zo zijn eigen verhaal, zijn eigen geschiedenis, die wij hardhandig en zeer grondig eruit sloopten. Zelfs het oude rietstucplafond met ornamenten moest eraan geloven. De hoogte terugbrengen in het huis. Maar wat heeft iemand ooit aangespoord om het plafond te verlagen? Was de ruimte te hoog, misschien te intimiderend? Of was het een manier om de stookkosten in de hand te houden? Wat zeker is is dat achter een ingreep een verhaal zit.
Afbreken en opbouwen
Maar genoeg gemijmerd! Er moeten nog 486 kalkzandsteenblokken, 825 kilo aan beton en cement en zeker een kilometer aan elektriciteitsbedrading verwerkt worden. Alleen al bij de aanblik van al dat bouwmateriaal dat op de stoep en in de voortuin staat breekt het zweet me uit. Waarom toch? Waarom doen we onszelf dit aan? Blauwe plekken, gebutste en geschaafde benen, overbelaste spieren, ingescheurde nagels. Eén ding is duidelijk: je wordt er niet bepaald mooier op.
Waarom dan wel? Heel simpel: omdat ik er een kick van krijg! Iedere dag leer ik weer wat nieuws wat ik anders nooit gedaan zou hebben. Hakken en zagen. Metselen, lijmen en tegelen. Dat zijn geen dingen die ik in het dagelijks leven doe. Misschien dat het juist daarom zo leuk is.
Nog een paar dagen en dan is de tijd van slopen voorbij en kan er opgebouwd gaan worden. Dan is er ruimte om nieuwe verhalen te maken. Ons verhaal.