
Koffie en klamme handjes
Het is me gelukt! Na het versturen van het LinkedIn berichtje heb ik een real life ontmoeting weten te regelen met een potentiële opdrachtgever. Nu zit ik tegenover hem op een houten stoeltje aan een te klein tafeltje met te dure koffie. Inderdaad we zitten bij Starbucks. We zitten al zo’n 20 minuten te praten, dat betekent dat de chit chat fase voorbij is en we tot de kern van het gesprek gaan komen. Hij opent: “En vertel eens iets over jezelf en wat je doet?”
De temperatuur stijgt, ik voel rode vlekken vanuit mijn hals naar mijn gezicht kruipen en krijg klamme handjes. Ik wist dat deze vraag zou komen. Nu moet ik met een goed verhaal komen en mezelf verkopen. Paniek breekt uit. Ook al heb ik het antwoord op deze vraag al honderd keer geoefend, ik heb het nog steeds niet scherp. Mijn hersenen gaan als een razende tekeer. Wat ga ik vertellen?
Gespannen kijk ik om me heen. Ik zie het groene logo met de sirene, de tieners die dikke lagen slagroom bestellen op hun frappuccino met karamel. De medewerkers van Starbucks achter de balie die alle tijd nemen alsof je nooit haast hebt en consequent je naam fout spellen. Het geroezemoes, de plakkerige tafeltjes, gelach en gejuich wanneer er weer een beker met stroperige koffie omgaat.
En dan ineens herinner ik het me. Het verhaal van Howard Schultz, de bedenker van het Starbucks concept zoals we dat nu kennen. Over zijn reis naar Italië, het gevecht en de vasthoudendheid om een droom waar te maken. De ontstaansgeschiedenis van Starbucks.
“De temperatuur stijgt, ik voel rode vlekken vanuit mijn hals naar mijn gezicht kruipen en krijg klamme handjes. Ik wist dat deze vraag zou komen.”
De lekkerste koffie ooit
In 1982 proefde de 29-jarige Schultz zijn eerste kopje koffie bij Starbucks in Seattle. Hij sprak de legendarische woorden: “Oh my Gosh, what a wonderful business, what a wonderful city! I want to be a part of this.” En zo geschiedde. Hij belde de eigenaren en smeekte om een baan bij het bedrijf. Hij werd aangenomen als marketing director. Starbucks was gespecialiseerd in diverse soorten koffiebonen, heerlijke specerijen om de koffie nog lekkerder te maken en apparatuur om koffie te zetten. Alle ingrediënten waren er, maar er werd géén koffie geschonken in de winkel. Alleen om te proeven. Dit zou veranderen toen Schultz voor Starbucks naar Milaan ging op zoek naar nieuwe ingrediënten en recepturen.
Italiaanse gezelligheid
Wie ooit in Italië is geweest kan het bevestigen. Op iedere hoek van de straat zit wel een koffietentje. Wat Schultz intrigeerde aan deze koffietentjes was dat het kleine community’s op zichzelf zijn, waar de Italianen op weg naar hun werk of huis even een momentje nemen om te lezen, te kletsen en genieten van een heerlijk kopje koffie. Er hangt een sfeer van dagdromen, huiselijkheid en een klein beetje theater, het blijven immers Italianen. Precies die ervaring is wat Howard Schultz voor zich zag en naar Seattle wilde brengen.
Maar hij kwam van een koude kermis thuis. We zijn geen restaurantketen, we zijn een koffiespeciaalzaak, reageerden de drie eigenaren van Starbucks op zijn wilde plannen. Schultz bleef volhardend, verliet Starbucks en startte zijn eigen bedrijf Il Giornale. Een paar jaar later moesten de eigenaren van Starbucks hun bedrijf verkopen omdat ze aan de rand van hun faillissement stonden. Schultz kocht het bedrijf en verenigde de twee: de Italiaanse cultuur van Il Giornale met de kwaliteit van Starbucks. En zie daar een nieuw imperium was geboren.
“Er hangt een sfeer van dagdromen, huiselijkheid en een klein beetje theater, het blijven immers Italianen.”
It’s not about the coffee
Starbucks verkoopt dus geen cafeïneshot in de ochtend, maar een plek waar je rustig een kopje koffie kunt drinken. Een ontmoetingsplek. De derde plek tussen thuis en je werk, waar je met collega’s, vrienden en kennissen kunt afspreken. Of met je potentiële opdrachtgever. Ze leveren de plek en inderdaad ook de koffie. Maar het is dé plek waar de verhalen verteld worden, ideeën uitgewisseld en nieuwe dingen ontstaan.
Eigenlijk geldt dit ook voor mij. Ik verkoop als tekstschrijver geen letters en woorden. Ik verkoop verhalen. Wanneer ik voor de klant schrijf verkoop ik geen product of dienst. Ik vertel het verhaal achter de producten en diensten. En de toegevoegde waarde voor de klant. Zoals Schultz zegt: “It’s not about the coffee, it’s about the people.” Zo kan ik zeggen: “It’s not about the words, it’s about the story.”
“Floor?”
Ik schrik op uit mijn gedachten. Het moment is daar. Ik moet nú vertellen wat ik doe. Ik recht mijn rug, schraap mijn keel en zeg: “Ik schrijf verhalen die hét verschil maken.”